koninginnedag voor de kinderen

[r.landouw]

lang van tevoren spullen bij elkaar gezocht om te kunnen verkopen.
geschikt verkooppunt.
levendige handel.
redelijke opbrengst.
toch Maud boos.
in tranen naar huis.
wat is er gebeurd.
"Pat speelt gemeen. ik doe mijn best om de spullen te verkopen. lukt heel goed.
wat doet hij? telkens als we een beetje geld hebben, gaat hij daarmee naar de snoepwinkel."
"als hij het snoepgoed eerlijk gedeeld heeft is er toch niets aan de hand?"
"ja, maar dat heeft hij niet. hij heeft het meeste opgegeten.
bovendien: wat overbleef vond ik niet zo lekker.
het lekkerste had hij al op"
het spreekwoord luidt niet voor niets: de appel valt niet ver van de boom.
misschien ook wel: hij heeft een aardje naar zijn vaartje.
dat laatste klopt niet helemaal:
1) ik ben in dat opzicht heel eerlijk;
2) ik snoep bijna niet.
nou ja, zie maar je lachen in te houden.
ik heb hem (lachend) een uitbrander gegeven.
haal mijn echtgenote aan: "ja, jij lacht maar overal om"
Maud schadeloos gesteld.
vrede hersteld.